Wat als je hobby de stempel van ziekte krijgt?

ziekte

Gamen is voor velen een hobby, maar voor sommigen ook een verslaving. Die verslaving is volgens De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een ziekte.

Onbekend object

De internationale lijst van ziektes (ICD) zal gameverslaving in haar elfde editie officieel verwelkomen. Voor de ene gamer is het een oplossing, voor de andere niet. Onze StampMedia reporter Elise Schroons ging met twee experten, Maarten (20) en Yander (17), in gesprek.

Na tien jaar onderzoek door de WHO hakte de organisatie de knoop door. In die periode trokken al meerdere mensen aan de alarmbel. Ouders en therapeuten maken zich zorgen. Het is alarmerend als jongeren minstens vier uur per dag gamen. Wekelijks is dat minstens 28 uur per week. Wat een hobby was, kan snel omslaan in een verslaving. Bijna een op tien jongens tussen 12 en 15 jaar vertoont kenmerken van gameverslaving. Maar de grens tussen recreatief en problematisch gamen is niet altijd even duidelijk. Voor de druglijn is ‘gamen gewoon een vorm van ontspanning naast andere vrijetijdsactiviteiten, zoals sport, hobby’s en tijd doorbrengen met vrienden en het gezin’. Het heeft geen invloed op werk of school. Gamen wordt pas problematisch als het alle tijd in beslag neemt en er geen tijd meer gemaakt wordt voor andere vrijetijdsactiviteiten. Daarnaast lijdt werk of school eronder. Maar hoe kwalificeer je ‘willen gamen’ en ‘moeten gamen’? Is de erkenning als ziekte een oplossing? Of zijn er ook een andere oplossingen?

Maarten en Yander zijn twee expert gamers. Experten omdat ze ooit zelf te kampen hadden met een verslaving, één die ze overwonnen. Vooral het ouder worden en meer evenwicht vinden, speelden een belangrijke rol. Maar wat is nu voor hen een gameverslaving? En vooral, wat vinden ze ervan dat het als ziekte wordt erkend?

Virtuele Leerschool

De media en critici kijken vooral naar wat gamen teweegbrengt op een negatieve manier, zeker nu het excessief uitoefenen ervan binnenkort een ziekte wordt. De voordelen ervan mogen we echter niet vergeten. Gamen maakt je onder andere communicatief sterker en het ontwikkelt je reflexen. Het zijn niet altijd de nadelen die hoeven te overheersen.

Maarten heeft weet van die voordelen. “Ik vind dat ik veel heb bijgeleerd van het gamen. Ik train onder andere mijn reflexen en vingercoördinatie. Ik let ook op veel meer dingen die rond om mij gebeuren, en dat doe ik ook in het echte leven. Belangrijk vind ik dat je als online gamer leert communiceren. Je stapt weliswaar uit je eigen comfortzone en legt contacten met mensen van over de hele wereld.” Yander beaamt dat. Zijn algemene kennis is veel breder geworden dankzij gamen, bovendien leerde hij er Engels spreken en schrijven. “Ik ben goed in Engels, louter en alleen door het gamen. Je praat voortdurend met je collega-gamers. Toen ik begon te spelen, gebruikte ik vooral de Engelse (game)termen en basiswoorden, maar na verloop van tijd ging ik echt praten met die mensen. Het werden vrienden.”

Zowel Maarten als Yander hebben een vriendengroep in de realiteit als in de virtuele wereld. Die communicatie verloopt op een andere manier, want elkaar zien doen ze niet. Ze wisselen gedachten uit. Binnen het spel, maar ook daarbuiten. Maarten maakte onlangs nog vier nieuwe vrienden, twee uit Spanje en twee uit Duitsland. “Als we niet online zijn, praten we met elkaar via Whatsapp.” Yander heeft zo ook iemand die hem nauw aan het hart ligt. Hij leerde in zijn beginjaren van het gamen een Amerikaan kennen op het spelletje Minecraft. “Met hem ben ik nog steeds bevriend. Via iMessage praten we regelmatig met elkaar over de meest uiteenlopende onderwerpen,” vertelt Yander.

Een verraderlijke hobby

Maar gamen is niet altijd rozengeur en maneschijn. Want excessief gamen kan leiden tot een heuse gameverslaving, wat voor een aantal jongeren realiteit is. De American Psychiatric Association somt verschijnselen op die op gameverslaving als ‘conditie’ kunnen duiden:

  • obsessief bezig zijn met games;
  • terugtrekkingsgedrag vertonen als er niet gegamed wordt;
  • zichzelf almaar meer tijd gunnen om te gamen;
  • mislukte pogingen hebben ondernomen om het gamen af te bouwen (of te stoppen);
  • geen belangstelling vertonen voor andere activiteiten, zoals hobby’s;
  • ondanks besef van gevaren voor de gezondheid excessief blijven gamen;
  • liegen over gamegebruik;
  • gamen als uitlaatklep voor angsten en frustraties;
  • relaties verliezen of verwaarlozen.

De American Psyhciatric Association heeft het over een ‘conditie’nog niet over een ziekte. Het is dus nog niet helemaal duidelijk wanneer iemand nu verslaafd, en dus ziek is. Voor Maarten en Yander betekent een gameverslaving alleszins dat je niet meer zonder kan. Maarten vult aan dat er vooral fysieke nadelen aan verbonden zijn: “Je ogen worden er slechter van, je conditie vermindert, je krijgt onvoldoende slaap. Dat merk je als buitenstaander. En dan mag je de mentale toestand ook niet vergeten.”

Ook zij kregen te maken met verslaving, al dachten ze toen van niet. Bij Yander was er enkel nog tijd voor school, eten en gamen. “Ik ging in die periode gewoon naar school en als ik thuis kwam begon ik meteen te gamen. Ik kwam enkel mijn kamer uit om te eten. Zo zag mijn leven er een tijdje uit.” Bij Maarten gaf zijn levensstijl thuis spanningen en frustraties. “Vaak botste het. Ik kreeg ook voortdurend de opmerking: ‘Ga nu eens naar buiten!’”, vertelt Maarten.

Volgens beide gamers sluipt gameverslaving je leven binnen zonder dat je er vat op hebt. Iemand kan zich er snel in verliezen, zonder het in de gaten te hebben. Yander schrikt er wel eens van hoeveel tijd hij al aan een game besteed heeft. “Bij de meeste games kan je het aantal uren zien dat je hebt gespeeld”, aldus Yander. “Dan is het soms gek om te zien dat je aan een spel vijf volle dagen van je leven hebt gegeven.” Maarten legt het als volgt uit: “Vergelijk het met chips eten. Je neemt er eentje, maar daarna kan je er niet meer mee stoppen.” Volgens Yander draait het ook om evenwicht te zoeken in je leven. “Zolang je dat evenwicht vindt, maakt het op zich niet veel uit hoeveel uren je in totaal aan gamen spendeert”, vertelt hij.

Is een verslaving een ziekte?

Of een gameverslaving als ziekte erkend moet worden, ligt bij beide gamers anders. Wel is het belangrijk dat er een goede omkadering is. De diagnosestelling zou de ‘zieken’ er correct moeten uithalen. Voor Maarten is het duidelijk dat gameverslaafden ziek zijn, en zou het niet moeilijk moeten zijn om hen van de hobby gamers te onderscheiden. Yander denkt daar anders over.

Maarten gaat ermee akkoord dat een gameverslaving als ziekte bestempeld wordt. “Ik weet wat het is om een verslaving te hebben. Het is niet normaal dat je je leven wilt ontsnappen door in een virtuele wereld te leven. Evenmin is het niet normaal dat gamen een dwang wordt”, legt Maarten uit. “Ik denk dat het met de criteria die nu bestaan duidelijk genoeg is wie wel en wie niet verslaafd is. Die jongeren hebben hulp nodig. Mensen moeten zich bewust worden van die problematiek, en dat kan volgens mij enkel als de verslaving als ziekte gezien wordt. Want uiteindelijk is elke verslaving in mijn ogen een ziekte.”

Yander blijft toch wantrouwig. Voor hem blijft het onduidelijk wanneer iemand een ziekte heeft en wanneer niet. Ook stelt hij zich de vraag wanneer de situatie ernstig genoeg is en hoeveel ‘te veel’ is. “Iemand kan veel gamen, weinig mensen zien en weinig buitenkomen. Maar diezelfde persoon kan nog steeds gezond en gelukkig zijn én goed functioneren als het op school of werk aankomt”, vertelt Yander. “Is die persoon dan ziek, of gewoon tevreden met zijn leven?” Daarom vindt hij het belangrijk dat er gezorgd wordt voor een goede omkadering.

Je gamet, dus je bent ziek!

Beide gamers zijn voorzichtig met de term ziekte als het aankomt op de stigmatisering van hun passie. “Je kan het nog het best vergelijken met roken”, zegt Yander. “Iemand die bij gelegenheden rookt, gaat nog steeds als roker bestempeld worden. Ze gaan die persoon op dezelfde manier bekijken als iemand die voltijds rookt en een verslaving heeft.” Maar volgens Yander is gamen voor de meesten gewoon ontspanning, een hobby. “Men gaat alle gamers onder dezelfde noemer plaatsen. Het wordt een taboe”, voegt hij eraan toe. Maarten heeft het gevoel dat die stigmatisering er al veel langer is. Wel is hij bang dat het nu wel eens erger kan worden.

Game over

Maar hoe kan je jezelf nu van die verslaving verlossen? Het belangrijkste is om er zelf bewust van te worden. Beide gamers zijn van hun verslaving afgeraakt door ouder te worden: meer vrijheid en andere interesses. “Tussen 12 en 15 jaar ben je afhankelijk van je ouders”, zegt Yander. “Je mag niet staan en gaan waar je wil, je moet naar hen luisteren. Het enige dat ik toen leuk vond was gamen. Toen ik 15 jaar was, mocht ik meer met vrienden afspreken. Dat is mijn redding geweest. Het is niet dat mijn interesse in gamen verdween, maar plots had ik zoveel dingen die ik mocht doen, die ik voorheen niet mocht. Ik leerde de andere kant van het echte leven kennen en dat beviel me.”

Maarten kreeg dat inzicht op iets latere leeftijd: “Van mijn ouders kreeg ik al snel de vrijheid, maar dat interesseerde mij toen niet echt. Het inzicht kwam er pas toen ik meer verantwoordelijkheden kreeg. Ik adopteerde een hond, en die heeft elke dag voldoende beweging en verzorging nodig. Daar heb ik mij volledig op gestort. Daarbuiten ben ik sinds anderhalf jaar ook verder aan het studeren. Informatica, wat dacht je anders. Op school kan ik nu ook met mijn passie bezig zijn, maar dan op een andere en vooral gezondere manier.” Maarten vindt het ook belangrijk dat jongeren niet bang zijn om hulp te zoeken om van hun verslaving af te raken. “Op die manier leer je jezelf, en wat je leuk vindt, kennen”, sluit hij af.

Misschien heeft elke verslaafde gamer wel die ene passie of bezigheid die hij nog moet ontdekken, en die zijn leven kan omgooien. Ze moeten het alleen vinden.

© 2018 - StampMedia - Elise Schroons